Het Parool: Erven kunnen geluk niet op met teruggave Kandinsky: Wat zou mijn vader blij zijn geweest

Het Stedelijk Museum gaat het in de oorlog verkregen schilderij Bild mit Häusern van Kandinsky teruggeven aan de erfgenamen Lewenstein. Rob Lewenstein, een van de erven: ‘Dit is rechtvaardigheid. Voor ons en hopelijk straks ook voor andere gedupeerden.’

Hanneloes Pen 3 september 2021, 11:14

Het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky. BEELD EPA

De Amerikaanse erfgenaam Rob Lewenstein hoorde het nieuws kort nadat het besluit was gevallen. Hij was er totaal door overrompeld, zegt hij door de telefoon. “We zijn hier jaren mee bezig geweest.

Eindelijk is het zover. Ik moet het nieuws even laten bezinken. Pas als de overdracht officieel is, ben ik echt happy.”

Lewenstein, achter in de zestig, woont in een zelfgebouwde blokhut op een afgelegen plek in de Verenigde Staten. Hij heeft zijn grootvader Emanuel Albert Lewenstein (1870-1930), die een naaimachinebedrijf op de Dam in Amsterdam runde, nooit gekend. Wel wist hij dat zijn grootouders wegens de lucratieve handel een uitgebreide verzameling schilderijen konden aanleggen van onder meer Kandinsky, Van Gogh, Renoir en Manet.

De naaimachinezaak werd nog voor de oorlog voortgezet door zijn vader Robert Gotschalk Lewenstein (1905-1974). Maar hij en zijn vrouw vluchtten in 1940 naar Frankrijk en raakten de gehele kunstcollectie – op een ets van Rembrandt na – kwijt. Het schilderij Bild mit Häusern (1909) kwam in 1940 via een veiling in het bezit van het Stedelijk Museum.

Strijd

Acht jaar geleden begon een juridische strijd om het schilderij – verzoek van hen boog de Restitutiecommissie zich in 2013 over de verkoop en oordeelde vijf jaar later dat niet was gebleken dat het

museum het werk destijds ‘niet te goeder trouw’ had verworven.

De erfgenamen spanden tevergeefs een rechtszaak aan tegen het museum en de gemeente Amsterdam, dat officieel in het bezit was van het schilderij omdat het museum in 1940 niet zelfstandig was.

Vorige week besloot de gemeente het werk alsnog te retourneren: ‘Als stad hebben we een geschiedenis en daarmee een grote verantwoordelijkheid hoe om te gaan met onrecht en het onherstelbare leed dat de Joodse bevolking is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog’.

Lewenstein: “Wat een opluchting was dat. Ik geef niet gemakkelijk op, maar was er toch lange tijd niet zeker van dat het zou lukken. Mijn vader had al geprobeerd de werken terug te krijgen. Wat zou hij blij

zijn geweest. Dit is rechtvaardigheid.”

Bedankje

En meteen erachteraan: “Wil je minister Ingrid van Engelshoven bedanken? Zij was monumentaal. Zij zorgde ervoor dat de bal onze kant op rolde en zette zich in om roofkunst terug te geven. Bedank ook het parlement en de burgemeester van Amsterdam “for doing the right thing”.

Het schilderij van Kandinsky ligt hem na aan het hart. “Elke dag kijk ik op mijn computer naar het werk. Die buitengewoon mooie kleuren! Alsof je naar het Nederlands Kamerorkest luistert dat Bach speelt.”

Lewenstein hoopt dat ook anderen hun roofkunst terugkrijgen. Hun vertegenwoordiger James Palmer van het Canadese bedrijf Mondex Corporation, dat erfgenamen van gestolen Joods erfgoed bijstaat, denkt dat de overdracht nog dit jaar zal plaatsvinden.

Andere plek

Lewenstein, een getalenteerd muzikant die vele malen optrad met Wells en Buddy Guy, hoopt op een ontmoeting met andere erfgenamen in Amsterdam. “Ik wil dat schilderij live bekijken en het zien hangen op een andere plek. Het zou natuurlijk fijn zijn om het thuis te hebben. Het zou hier prachtig staan, maar dat is om allerlei redenen niet realistisch.”

De familie probeert ook het tweede Kandinskyschilderij Das Bunte Leben (1907) uit de kunstcollectie terug te krijgen, dat in een museum in München hangt. “Dat werk is helemaal oogverblindend. Je mond valt ervan open.” Hij weet niet of ook andere werken uit de kunstcollectie van zijn grootouders nog te traceren zijn. “Maar wie weet…”

Das Bunte Leben BEELD LENBACHHAUS