Roofkunst of niet? Het Stedelijk Museum in Amsterdam hoeft een schilderij van Wassily Kandinsky in elk geval niet terug te geven aan de familie Lewenstein.
Harmen van Dijk16 december 2020, 13:27
Het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky.Beeld EPA
De Joodse familie Lewenstein had tijdens de Tweede Wereldoorlog het kleurrijke werk van Wassily Kandinsky, ‘Bild mit Häusern’, nooit willen verkopen. Het gebeurde onder dwang, zeggen de erfgenamen. Al tien jaar zijn ze bezig het terug te krijgen. Voorlopig blijft het hangen waar het hangt, in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De rechter bepaalde woensdag dat het advies van de restitutiecommissie, die in 2018 geen aanleiding zag het kunstwerk terug te geven, overeind blijft. De familie Lewenstein is ‘extreem teleurgesteld’ en gaat in hoger beroep, laat advocaat Axel Hagedorn weten.
In 2012 maakten de erfgenamen een afspraak met de gemeente Amsterdam, formeel eigenaar van het schilderij. Ze zouden zich houden aan het advies van de restitutiecommissie van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap, die oordeelt over roofkunst uit de oorlog. Maar toen dat bindend advies er eenmaal was, waren de erfgenamen het niet eens met de motivatie en twijfelden ze aan de onafhankelijkheid van het oordeel. Ze stapten alsnog naar de rechter.
Het schilderij uit 1909 maakte voor de oorlog deel uit van de omvangrijke kunstcollectie van Robert Lewenstein, die fortuin had gemaakt in de handel in naaimachines. In oktober 1940 werd het op een veiling verkocht, met nog zo’n honderd andere objecten van de familie. De gemeente Amsterdam kocht het voor 160 gulden. “En dat terwijl het in 1923 voor 500 gulden was aangekocht. Ver onder de prijs”, zegt Hagedorn. Een verkoop in oorlogstijd van bezit van een Joodse familie, dat is verdacht, vindt hij. “Er is nooit aangetoond dat de familie het werk zelf op de veiling heeft gebracht en het is niet duidelijk waar de opbrengst naar toe is gegaan.” Roofkunst dus.
Niet aangetoond is dat de erfgenamen een emotionele binding hebben met het werk
Volgens de restitutiecommissie is niet vast te stellen waarom de familie het schilderij verkocht, er waren voor de Duitse inval al financiële problemen. Bovendien is niet aangetoond dat de erfgenamen een emotionele binding hebben met het werk, terwijl het voor de collectie van het Stedelijk Museum van essentieel belang is. Een uitspraak die ook internationaal veel stof deed opwaaien.
Het laatste argument is pikant. Vorige week kwam een rapport van de commissie-Kohnstamm uit, die heeft onderzocht hoe Nederland is omgegaan met naziroofkunst. Een belangrijke aanbeveling was dat het belang van een museum nooit een rol mag spelen als een kunstwerk gestolen is. Dan moet het worden teruggegeven. “Dat kwam nog eens boven op onze argumenten”, zegt advocaat Hagedorn. “Het is een politieke keuze of dit advies met terugwerkende kracht wordt toegepast op deze zaak.”
Hagedorn is ervan overtuigd dat de restitutiecommissie bevooroordeeld was en het belang van het Stedelijk Museum voorrang heeft gegeven. Vier van de zeven leden van de commissie hebben zakelijke banden met het museum, zegt Hagedorn. Daarover had men eerder bezwaar moeten maken, oordeelt de rechter, wat Hagedorn op zijn beurt bizar vindt. “Ik mag er toch vanuit gaan dat zo’n commissie onafhankelijk is?”
Volgens de rechtbank is de restitutiecommissie op een juiste manier te werk gegaan. Het Stedelijk Museum en de gemeente Amsterdam houden vast aan het advies van de commissie, maar laten weten dat ze de teleurstelling van de familie begrijpen. Het publiek zal online en in het museum geïnformeerd worden over de pijnlijke geschiedenis die aan deze Kandinsky kleeft. Het schilderij is nu naar schatting 20 miljoen euro waard. Advocaat Hagedorn vindt het, zeker na het kritische rapport van de commissie-Kohnstamm, ‘onbegrijpelijk’ dat het museum zich zo opstelt.