AMSTERDAM • Het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky is maandagmorgen tijdens een besloten ceremonie in het Stedelijk Museum Amsterdam teruggegeven aan de Amerikaanse erven de voormalige Joodse eigenaren van het doek.
door Paola van de Velde
Het was een ontroerend moment voor Rob Lewenstein en zijn zus Francesca. „We hadden het kunstwerk nog nooit in het echt gezien. De kleuren zijn zo prachtig en levendig. We gaan nu met de andere, Nederlandse erven van Irma Klein overleggen wat we met het schilderij gaan doen.”
Het doek uit 1909 naar de veiling brengen, waar het volgens experts zeker 20 miljoen euro kan opbrengen, is niet de eerste optie waaraan de erfgenamen denken. „Het werk is nu opgeslagen op een veilige plek. Wij overwegen het schilderij onder te brengen in een ander museum.
Waar dat weten we nog niet. Daar gaan we nu rustig over na denken met zijn allen. Maar terug naar het Stedelijk is geen optie”, zegt Lewenstein, die net als zijn zus absoluut niet herkenbaar op de foto wil.
Directeur Rein Wolfs van het Stedelijk Museum zag het kleurrijke werk met pijn in zijn hart vertrekken. „Dit afscheid markeert een belangrijk moment in de Nederlandse restitutiepolitiek. Tegelijkertijd is het voor het museum ook een afscheid met weemoed, omdat het schilderij een zo belangrijke schakel in onze historisch gegroeide collectie was, geliefd bij onze bezoekers”, zei hij tijdens de ceremonie.
Advocaat James Palmer van Mondex Corporation, het bedrijf dat de familie Lewenstein bijna 10 jaar geleden attendeerde op de Kandinsky en hen in hun langjarige strijd om teruggave van de oorlogskunst als een pitbull zo vasthoudend bijstond, vindt dat Wolfs met deze uitspraak laat zien, dat hij ouderwets denkt.
„De pijn van het museum gaat niet boven de wens tot rechtvaardigheid van de claimers. Nederland kan in mijn ogen juist trots zijn op het nieuwe restitutiebeleid. Het geeft het goede voorbeeld aan andere landen om op een eerlijke manier met erfgenamen van kunstwerken van Joodse eigenaren om te gaan. Ik hoop dat Frankrijk en Duitsland hierin volgen.”
Er is een jarenlange strijd vooraf gegaan aan de teruggave van Bild mit Häusern. Het eerste verzoek tot restitutie werd al in 2013 gedaan. De Restitutiecommissie, ingesteld door de Nederlandse overheid om teruggave van oorlogskunst te beoordelen, oordeelde in 2018 dat de gemeente Amsterdam, de officiële eigenaar van het kunstwerk, het kostbare doek niet hoefde terug te geven. Volgens hen zou de gemeente de Kandinsky in oktober 1940 te goeder trouw hebben gekocht op een veiling.
De erven gingen niet met dit ’bindend advies’ akkoord. Zij begonnen een rechtszaak. „Als na mei 1940, na de bezetting van Nederland door de nazi’s, een kunstwerk van Joodse eigenaren onder de hamer komt, kun je onmogelijk volhouden dat de nazi’s hierin geen rol hebben gehad.
Zeker niet, als je weet dat het schilderij voor slechts 160 gulden werd verkocht. Dat terwijl Robert Lewenstein, de oorspronkelijke eigenaar, deze Kandinsky, er in 1923 nog 500 gulden voor betaalde. Dan horen onmiddellijk alle alarmbellen af te gaan. Dan weet je dat het geen zuivere koffie is”, stelt Palmer.
De publicatie van de commissie Kohnstamm uit 2020, ingesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het Nederlandse teruggavebeleid te evalueren, betekende een ommekeer in deze zaak. In het rapport Streven naar rechtvaardigheid adviseerde deze commissie o.a. om een nieuw beoordelingskader vast te stellen. Op basis daarvan kwam de gemeente Amsterdam in februari 2021 tot het besluit het doek terug te geven.