Roof is nooit bewezen, maar de gemeente Amsterdam geeft een in 1940 verworven Kandinsky-schilderij toch terug aan de Joodse familie Lewenstein. Herstel van onrecht moet voorop staan, vindt het stadsbestuur.
Iris Pronk 26 augustus 2021, 19:00
Het doek ‘Bild mit Hausern’ dat teruggaat naar de erven. Beeld EPA
Na acht jaar procederen krijgt de familie Lewenstein toch haar zin. De gemeente Amsterdam heeft donderdag besloten om het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky terug te geven aan de erven van de Joodse familie. Die verkocht het schilderij in 1940 aan het Stedelijk Museum, waar het nog altijd hangt.
Eerdere pogingen van de familie om het schilderij terug te krijgen, waren tevergeefs. Maar nu heeft de gemeente besloten dat “herstel van onrecht” voorop moet staan. Het stadsbestuur voelt “de morele plicht” om zo goed mogelijk om te gaan “met het onherstelbare leed dat de joodse bevolking is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog”. Daaruit volgt een ruimhartige restitutie van kunst aan de rechtmatige eigenaren of hun erven.
Laag verkoopbedrag bewijst dat het om roofkunst ging
Het schilderij maakte voor de oorlog deel uit van de kunstverzameling van het echtpaar Lewenstein. In 1940 kocht de gemeente het op een veiling voor 160 gulden, terwijl het in 1923 was aangekocht voor 500 gulden. Dat lage verkoopbedrag was volgens de erven een van de bewijzen dat het hier om roofkunst ging.
Maar de Restitutiecommissie, die adviseert over de teruggave van kunst die tijdens de oorlog van eigenaar verwisselde, achtte niet bewezen dat de familie het schilderij onder dwang verkocht. En ook niet dat het Stedelijk Museum te kwader trouw was. Daarom adviseerde de commissie de gemeente in 2018 om de Kandinsky niet terug te geven.
Daarbij woog de restitutiecommissie mee dat Bild mit Häusern voor het museum van groot belang is. Een argumentatie waarop internationaal veel kritiek kwam. De erven stapten naar de rechter, maar ook die vond dat de Kandinsky in het museum moest blijven hangen.
Belangen van het museum mogen niet meetellen
Inmiddels zijn de inzichten veranderd, ook onder invloed van de commissie-Kohnstamm. Die deed onderzoek naar de omgang met roofkunst en kwam vorig jaar met een rapport. Daarin staat dat de belangen van het museum niet mogen meetellen.
De gemeente Amsterdam houdt zich nu aan deze richtlijn. Tot nog toe zijn er vier restitutieverzoeken ingediend, drie zijn toegekend, één verzoek is nog in behandeling bij de Restitutiecommissie. Dit gaat om twee zilveren zoutvaten van Johannes Lutma, die nu in het Amsterdam Museum staan.
“Dit is heel mooi nieuws”, zegt Simon van der Sluijs, advocaat van de familie Lewenstein. “Ik zie roofkunst als een vorm van historisch onrecht, het gebeurt niet zo vaak dat dat kan worden rechtgezet.” Wel jammer dat ze zo lang op deze uitkomst moesten wachten, vindt hij, “maar het blije gevoel overheerst.” Het Stedelijk Museum laat weten zich “uiteraard” aan de beslissing van het gemeentebestuur te committeren.